Vervang de cartridge als omschreven in de gebruiksaanwijzing van de printer.
Voor de oudere type Epson printers drukt u 5 sec. op de papier toevoer knop,
de cartridges komen nu naar de verwissel plaats.
Voor alle andere printers drukt u op de cartridge wissel knop.
Ga nu in configuratie scherm naar printers en kies voor eigenschappen bij uw printer.
Ga naar voorkeurs instellingen en kies voor het tabblad hulpprogramma's.
In dit menu kiest u voor printkoppen reinigen.
Na 2x te hebben gereinigd laat u de printer ca. 1 uur staan.
Na ca. 1 uur kiest u nogmaals voor printkoppen reinigen.
Hierna stopt u de gewone cartridge weer terug, reinigt u 1 keer en voert u een nozzle check uit (spuitkanaaltjes controle).
Krijgt u een juist printpatroon dan is alles in orde.
Is de printpatroon nog niet volledig, dan adviseren wij u de printer met de reinigingscartridges erin ca. 24 uur te laten staan en hierna wederom de printkoppen te reinigen.
Deze stappen uitvoeren tot alle kleuren goed in het printpatroon staan.
Veeg de reinigingscartridge schoon met een stukje keukenpapier.
De reinigingscartridge kunt u aan de onderzijde afplakken met een stukje plakband en bewaren tot een volgende reinigingsbeurt.
Mocht de printer na gebruik van de reinigingscartridge nog steeds niet goed printen, dan betekent dit waarschijnlijk dat de printerkop te ver is ingedroogd en niet meer te reinigen is.